Bibliografische conventies

door: Dr. P.J. Verkruijsse

Titelbeschrijving, literatuurverwijzingen en citeren

In de verschillende disciplines zijn in de loop van de tijd diverse gewoontes gegroeid voor het beschrijven van bij het onderzoek gebruikte bronnen. Zo hebben bijvoorbeeld de historici hun eigen regels (zie Musterd & Talsma 1994) en zo doen ze het in België aan hbo-instellingen enigszins anders (zie Willocx 1998), terwijl kunsthistorici weer te maken hebben met het probleem van hoe je naar beeldende-kunstwerken verwijst (Becker 1995). Zie bijvoorbeeld ook de bibliografische conventies van Kunst-, Religie- en Cultuurwetenschappen.

In de neerlandistiek en boekwetenschap (veel boekhistorici komen traditioneel voort uit de neerlandistiek) worden twee verschillende conventies gehanteerd bij het beschrijven van titels van gebruikte literatuur in literatuurlijsten bij scripties en artikelen en in studies. De traditionele vorm van titelbeschrijving (die o.a. uiteengezet wordt in de handboeken van Joseph Gibaldi van de Modern Language Association (MLA)) treft men vooral aan in historisch-letterkundige en boekhistorische studies; in publicaties op het terrein van de moderne letterkunde, taalkunde en taalbeheersing volgt men vaak de regels van de American Psychological Association for scholarly manuscripts (APA). 

Beide methoden hebben ook hun repercussies op hoe men in een tekst naar de literatuur verwijst: door middel van noten, respectievelijk met auteur en jaar tussen haakjes. De keuze voor één van beide systemen is in principe vrij, maar hangt vooral af van de doelstelling van de publicatie. Als men de bedoeling heeft allerlei extra informatie te geven die niet in de loop van het betoog past, dan ligt het systeem met voet- of eindnoten voor de hand; wanneer men alleen werkt met literatuurverwijzingen, dan kan men kiezen voor het APA-systeem. Voor velen spelen esthetische overwegingen mee: de een wil niet gehinderd worden door literatuurverwijzingen tussen haakjes in een lopend betoog, terwijl de ander het juist een crime vindt om steeds aan de voet van de pagina of achter in een boek te moeten kijken naar een noot die vaak ook niet meer dan een literatuurverwijzing bevat. Het gebruik van beide systemen door elkaar heen (literatuurverwijzingen in de tekst én gebruik van voet- of eindnoten voor uitgebreider informatie) komt ook voor, maar dient toch zoveel mogelijk vermeden te worden.

 

1. Titelbeschrijving

De gegevens voor de titelbeschrijving worden in eerste instantie ontleend aan de titelpagina (niet aan de band of het stofomslag!). Aanvullende gegevens staan vaak op de verso-zijde van de titelpagina en/of in het colofon achter in het boek. Gegevens voor de titelbeschrijving die men van elders aanvult (bijvoorbeeld uit een bibliografie of catalogus), komen tussen rechte haken.

N.B.: Voor titelbeschrijvingen via beide methoden geldt dat wetenschappelijke titulatuur (prof., dr., drs., BA, MA e.d.) niet wordt vermeld.

N.B.: Een auteur uit het verleden blijft altijd de auteur van een tekst. Een teksteditie van Vondels Gysbrecht komt dus altijd op naam van Vondel te staan en niet op die van de editeur!

 

1.1 APA-methode 

Rangschik de aangehaalde of genoemde literatuur alfabetisch op het hoofdwoord (meestal de auteur(s)). Vermeld onder het hoofdwoord tegen de linker kantlijn het jaar van uitgave (eventueel met de letters a, b of c erachter, zonder spatie, wanneer van één auteur meer publicaties uit hetzelfde jaar gebruikt worden). Op dezelfde regel als het jaar van uitgave, na een harde tab, begint de rest van de titelbeschrijving:

 

Hoofdwoord, meestal de auteursnaam

jaar         Titel. Ondertitel. Drukaanduiding. Proefschriftaanduiding. Impressum, bestaande uit: Plaats: Uitgever (indien niet aanwezig vermelden resp. 'z.p.', 'z.u.'; indien geen jaar bekend is: 'z.j.'). Gegevens over vertaling.

 

Voorbeelden:

 

Boek van één auteur:

Snoeck Henkemans, A.F.

1989       Schrijven. Handleiding voor het opstellen van zakelijke teksten. Leiden: Martinus Nijhoff.

 

Boek van twee auteurs:

Drop, W. en J.H.L. de Vries

1974       Taalbeheersing. Handboek voor taalhantering. Groningen: Tjeenk Willink/Wolters-Noordhoff.

 

Boek van drie auteurs:

Eemeren, F.H. van, R. Grootendorst en T. Kruiger

1984       Argumenteren. Groningen: Wolters-Noordhoff.

 

Boek van meer dan drie auteurs:

Eemeren, F.H. van, E.T. Feteris e.a.

1987       Argumenteren voor juristen. Het analyseren en schrijven van juridische betogen en beleidsteksten. Groningen: Wolters-Noordhoff.

 

Boek van redacteur(en) in plaats van auteur(s):

Geerts, G., W. Haeseryn e.a. (red.)

1984       Algemene Nederlandse spraakkunst. Groningen/Leuven: Wolters-Noordhoff/Wolters.

 

Proefschrift:

Braet, A.

1984       De klassieke statusleer in modern perspectief. Een historisch-systematische bijdrage tot de argumentatieleer. Proefschrift Leiden. Groningen: Wolters-Noordhoff.

 

Vertaling van een boek:

Perelman, Ch. en L. Olbrechts-Tyteca

1971       The new rhetoric. A treatise on argumentation. 2nd. ed. Notre Dame etc.: University of Notre Dame Press. 1st. ed. 1969. Vert. van La nouvelle rhétorique. Traité de l'argumentation, 1958.

 

Tijdschriftartikel:

Devos, M.

1987a      'Het Woordenboek van de Vlaamse dialecten (WVD) en Zeeuws-Vlaanderen'. In: Nehalennia, nr. 64 (lente), p. 2-11.

 

Devos, Magda

1987b      'Een grensoverschrijdend Vlaams dialectwoordenboek'. In: Zeeuws Tijdschrift, jrg. 37, nr. 2, p. 41-55.

 

Meuffels, B.

1989       'De persoonlijke vergelijking en de normale verdeler'. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, jrg. 11, nr. 1, p. 23-37.

 

Artikel, opgenomen in een verzamelbundel:

Searle, J.R.

1975       'Indirect speech acts'. In: Cole en Morgan (eds.), Syntax and semantics 3: speech acts. New York: Academic Press, p. 59-82.

 

 

1.2  MLA-methode

Bij titelbeschrijvingen op het gebied van de boekwetenschap en de historische letterkunde wordt onderscheid gemaakt tussen publicaties van voor en na ongeveer 1800. Omstreeks 1800 eindigt de periode van de handpers en begint die van de machinepers. Drukwerk uit de handpersperiode kan door de productiewijze binnen één druk verschillen vertonen, hetgeen een individueler beschrijving van exemplaren noodzakelijk maakt. (Zie voor de implicaties hiervan het hoofdstuk 'Analytische bibliografie' op de cd-rom Ad Fontes.)

 

1.2.1 Publicaties van na 1800

Voor de titelbeschrijving van publicaties van na 1800 wordt aansluiting gezocht bij de praktijk van de neerlandistische vakbibliografie, de Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap (BNTL). Dat impliceert dat de volgende gegevens in de aangegeven volgorde opgenomen dienen te worden:

Boekpublicaties

·         Hoofdwoord, meestal de auteursnaam (geïnverteerd).

·         Titel. Ondertitel.

·         Aanduiding met betrekking tot redacteur(en), editeur(s), vertaler(s) e.d.

·         Drukaanduiding.

·         Impressum, bestaande uit: Plaats: Uitgever, jaar. Indien niet aanwezig vermelden resp. 'z.p.', 'z.u.', 'z.j.'.

·         Aantal delen.

·         (Serietitel; volgnummer).

·         Proefschrift-aanduiding.

 

 

Voorbeelden

Boek van één, twee of drie auteurs

Grootes, E.K. Het literaire leven in de zeventiende eeuw. 2e, herz. dr. Leiden: Nijhoff, 1988. (Literatuur).  

 

Hanou, A.J. Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van de Verlichting, in de Vrijmetsalerij en andere Nederlandse genootschappen, 1790-1845. Deventer: Sub Rosa, 1988. 2 dln. (Deventer studiën; 5). Proefschrift Nijmegen.

 

Winkel, J. te. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. Ongew. herdr. van de 2e dr., Haarlem, De Erven F. Bohn, 1923-1924. Utrecht, Leeuwarden: HES Publishers, De Tille, 1973. 3 dln. (J. te Winkel. De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde; dl. 3-5).  

 

Buuren, A.M.J. van; W.P. Gerritsen & A.N. Paasman. Vermakelijk bibliografisch ganzenbord. Een eerste handleiding bij systematisch-bibliografisch onderzoek op het gebied van de Nederlandse letterkunde. 5e, herz. dr. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1983. (De Nieuwe Taalgids Cahiers, 1).

 

Een boek met meer dan drie auteurs wordt anoniem (op de titel) beschreven:

Spelling. [Door] G.E. Booij, C. Hamans, G. Verhoeven e.a. Groningen: Wolters-Noord­hoff, 1979. (Spektator Cahiers, 2).

 

Boek van één, twee of drie redacteuren

Leven en leren op Hofwijck. Eindred. Victor Freijser. Delft: Delftse Universitaire Pers, 1988.

Bij meer dan drie redacteuren vermelden: 'e.a.'

 

Tekstedities van één, twee of drie auteurs

Vondel, Joost van den. Gysbreght van Aemstel. Met aant. van J.J. Mak. 5e dr. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1962. (Malmbergs Nederlandse Schoolbibliotheek).  

 

Besteben, M.F. & A. de Koning. De 't samensweringe Catalinae, 1647. [Archief­ed. door G. van Eemeren m.m.v. H. De Smedt en G. Slangen.] & Het tweede dochters-speeltjen, 1616. [Archiefed. door G. van Eemeren.] Leuven, Amersfoort: Acco, 1988. (Handschriftencahiers Centrum Renaissancedrama; 1-2.)

 

Anonieme teksten:

Beatrijs, geschreven in de 2e helft van de 13e eeuw door een onbekend dichter. [Transcriptie, annot.: J.D. Janssens; Franse vert. door R. Guiette; Engelse vert. door A.J. Barnouw; Duitse vert. door Wilhelm Berg.] Zellik: Poketino, 1986.  

Wonderlicke avontuer van twee goelieven. Een verhaal uit 1624. Uitg. door een werkgroep van Amsterdamse neerlandici onder leiding van E.K. Grootes. 2e, herz. dr. Muiderberg: Coutinho, 1988. (Literatuur en maatschappij in de zeventiende eeuw; 3).

Tekstedities van meer dan drie auteurs worden anoniem (op titel) beschreven.

 

Bloemlezingen uit één, twee of drie auteurs en anonieme teksten

Eén, twee of drie auteurs:

Huygens, Constantijn. Sneldichten, Menschen. Naar de autograaf uitg. en toegel. door H. Blijlevens, M. van Drunen & P. Lavrijssen. Tilburg: 1988.

 

Anonieme teksten:

Meder, Theo. Hoofsheid is een ernstig spel. Amsterdam: Querido, 1988. (Griffioen).

Meer dan drie auteurs:

Profijtelijk vermaak. Moraliteit en satire uit de 16e en 17e eeuw. Samenst., inl. en toel. van M.C.A. van der Heijden. 3e dr. Utrecht / Antwerpen: Het Spectrum, 1968. (Spectrum van de Nederlandse letterkunde, 10).

 

Tijdschriftartikelen

·         Auteur(s).

·         'Titel. Ondertitel.' Bij recensies zonder titel: '[Over: ...]'.

·         In:

·         Naam Tijdschrift. Hiervoor mogen de standaard afkortingen worden gebruikt.

·         jaargangnr. (jaartal) en bij tijdschriften die per aflevering pagineren ook afleve­ringnr. (maand), eerste-laatste pagina.

 

Voorbeelden

Bostoen, K. 'Nieuw licht op het begin van de Indisch-Nederlandse letterkunde'. In: Nieuw Letterkundig Magazijn 6 (1988), p. 14-15.

Strengholt, L. 'Guarini, Tesselschade en Hooft in een netwerkje. Naar aanleiding van Maria Tesselschades gedicht met het opschrift "T'Amo mia vita"'. In: TNTL 104 (1988), p. 131-140.  

 

Vaeck, M. van. 'Adriaen van de Venne: "Sinne-Vonck op den Hollandtschen Turf" (1634)'. In: De Zeventiende Eeuw 2 (1986), nr. 2 ([okt.]), p. 1-25.

 

Recensies zonder titel

Breekveldt, Willem. [Over: Paasman, A.N. Reinhart: Nederlandse literatuur en slavernij ten tijde van de Verlichting. Leiden: 1984]. In: NTg. 81 (1988), p. 249-253.

 

Artikelen in verzamelwerken

·         Auteur(s).

·         'Titel. Ondertitel.'

·         In:

·         Auteur(s).

·         Titel. Ondertitel.

·         Aanduiding met betrekking tot redacteur(en).

·         drukaanduiding.

·         impressum, bestaande uit: Plaats: Uitgever, jaar.

·         (Serietitel; volgnummer)

·         eerste-laatste pagina.

 

Voorbeelden

Heer, A.R.E. de. 'Het tekenonderwijs van Constantijn Huygens en zijn kinderen'. In: Leven en leren op Hofwijck. Eindred. Victor Freijser. Delft: Delftse Universitaire Pers, 1988, p. 43-64.  

Nieuweboer, E.C.J. 'Vondel, Joost van den'. In: De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. Hoofdred.: G.J. van Bork & P.J. Verkruijsse. Weesp: De Haan, 1985, p. 607-614.  

 

Overdiep, G.S. 'Humanistische geschiedschrijving en nationaal besef'. In: G.S. Overdiep. De letterkunde van de renaissance tot Roemer Visscher en zijn dochters. M.m.v. D. Bax, G.A. van Es, G.J. Geers e.a. Antwerpen/Brussel, 's-Hertogenbosch: N.V. Standaard Boekhandel, Teulings' Uitg.-mij., 1944. (Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. O.r.v. F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a.; 3), p. 25-29.  

 

'Vondel, Joost van den'. In: Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde. Auteurs, anonieme werken, periodieken. Redactieraad: R.F. Lissens, M. Janssens, Jacques Kruithof e.a. Amsterdam/ Brussel: Elsevier, 1986, p. 429-431.

 

Digitale publicaties

Beschrijvingen van digitale publicaties bevatten in principe dezelfde elementen als die van gedrukte werken. Na de titel en voor het impressum komt een aanduiding van de aard van de digitale publicatie:

·         Cd-rom, gebruikte versie (v.) + gebruikershandleiding.

·         Computerprogramma, gebruikte versie (v.) + gebruikershandleiding.

Bij publicaties die via Internet gelezen worden, volgt aan het eind van de beschrijving de datum van raadpleging van de site en het volledige adres tussen scherpe haakjes:

·         Internet: datum; <volledige adres>.

 

Voorbeelden

BIZON

1998     P.J. Verkruijsse en J.F.A.M. van den Berg. BIZON: Bibliografisch zoekprogramma Nederlandse letterkunde. Computerprogramma, v. 1.3 + gebruikershandleiding. Leiden: Masters Software.  

 

Klassieke literatuur

1999     Klassieke literatuur; Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen tot en met de Tachtigers. Cd-rom. Utrecht: Het Spectrum Electronic Publishing.  

 

Pleij, Herman

1999     ‘Over Anna Bijns’, op: Klassieke literatuur; Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen tot en met de Tachtigers. Cd-rom. Utrecht: Het Spectrum Electronic Publishing.  

 

Verkruijsse, P.J.

1999     ‘Multimediale encyclopedieën [recensie van: Encarta Encyclopedie & De Grote Encyclopedie]’, in: Neder-L 199901.07, Internet: oktober 1999; <http://baserv.uci.kun.nl/~salemans/­new­index.­html?­http:­//baserv.uci.kun.nl/~salemans>.

 

1.2.2 Publicaties van voor 1800

Voor de titelbeschrijving van publicaties van voor 1800 kan aansluiting gezocht worden bij de praktijk van de retrospectieve nationale bibliografie, de Short-title catalogue, Netherlands (STCN). Het verdient echter aanbeveling deze zeer korte catalogusbeschrijvingen voor een bibliografische lijst (al naar gelang de doelstelling daarvan) uit te breiden, hetgeen impliceert dat de volgende gegevens in de aangegeven volgorde opgenomen dienen te worden:

·         Gestandaardiseerde auteursnaam of anonieme titel (in veel gevallen kan men de gebruikelijke schrijfwijze van auteursnamen en middeleeuwse anonieme titels opzoeken in de trefwoordenindex van de BNTL). Als auteursnaam of titel op het titelblad afwijkt van de standaard, dient die in de titelbeschrijving in de afwijkende vorm opgenomen te worden.

·         Titel. Ondertitel. (Lange titels kunnen eventueel ingekort worden door gebruik van '[...]', maar altijd zodanig dat er syntactische zinnen gevormd worden.)

·         drukaanduiding.

·         impressum, bestaande uit: Plaats: Drukker/Uitgever, drukkers/uitgeversadres, jaar (zie voor de gestandaardiseerde schrijfwijzen de STCN).

·         (colofon: Drukker)

·         aantal delen.

·         (Bibliotheeksignatuur van het gebruikte exemplaar).

Niet in het boek vermelde gegevens die men uit andere bron toevoegt, komen tussen vierkante haken.

Verwijzingen naar onderdelen van publicaties van voor 1800 dienen bij voorkeur te geschieden door middel van de foliëring, niet van de paginering, bijvoorbeeld: 'fol. A3r' (= folium A3 recto), 'fol. *4v' (= folium asterisk 4 verso).

 

Voorbeelden

[Rossi, Filippo de']. Afbeelding van 'tOude Romen [...]. Nu nieuw uit het Italiaans vertaalt [door M. Smallegange]. Amsterdam: Iacob van Meurs, plaetsnijder en boeckhandelaer, op de Zingel, over de Appelmarkt, in de Stadt Meurs (colofon: Steven van Lier, in de Langestraat, by de Blauwe Burgwal), 1661 (Antwerpen, Ruusbroec-Genootschap: 2054 H 1).

 

Spe & Metu [= Johan de Brune]. 'Dombvrghs-reyse, toegheeygent aen Jonckvrou Svsanna Zuyd-lands.' In: Zeeusche nachtegael, ende des selfs driederley ghesang [...] door verscheyden treffelijcke Zeeusche poëten by een ghebracht [...]. Hier is noch by gevought [...] Tafereel van sinne-mal. [3e dr.] Amstelredam: Anthoni Jacobsz. op de Achter-Burghwal, 1633, fol. F1r-3r (Middelburg, ZB: 1089 B 35).

 

Brune, Johan de. De grond-steenen van een vaste regieringe [...]. Door I.D.B. I.C. Middelburg: Hans vander Hellen, voor Ian Pieterssen vande Venne, woonende op den boeck vande nieuwe Burse, 1621 (Amsterdam, UB: 235 G 30).

 

Brune, Johan de. De grond-steenen van een vaste regeringe [...]. 2e dr. Gorinchem: Paulus Vink, 1661 (Amsterdam, UB: 1123 J 14).

 

Biblia: dat is, de gantsche heylighe schriftuere [...]. Uyt het Fransoys overgheset door P.H. [= Petrus Hackius]. 2e dr. verm. door Iacobus Laurentius. Amstelredam: Henrick Laurentsz. op't Water in't Schrijf­boeck, 1630 (Amsterdam, UB: 539 A 8).

 

H[appel], E.G. Huidensdaegsche krygs-roman [...]. Door een geleerde pen heerlijk beschreven onder de letteren van E.G.H. en nu in 't Nederlands nagevolgt door M.S. [= M. Smallegange]. Amsterdam: Timotheus ten Hoorn, in de Nes, tegenover de Brakke Gront, 1681. 2 dln. (gegraveerde titelpagina dl. 2: 1682) (Amsterdam, UB: 2395 G 36-37).

 

Vondel, Joost van den. Eenzaeme aendacht in de vasten. I. v. Vondel. Hoorn: gedruckt voor Pieter Zachariassz. Hartevelt, woonende aen de Marckt, 1654 (Amsterdam, UB: Vdl. plano C 30).

 

Zeeusche nachtegael, ende des selfs dryderley gesang [...] door verscheyden treffelijcke Zeeusche poëten by een ghebracht [...]. Hier is noch by-ghevought [...] Tafereel van sinne-mal. Middelburgh: Ian Pietersz vande Venne, cunst ende boeck-vercooper, woonende op den hoeck vande nieuwe Beurse, inde Schildery-winckel, 1623 (Middelburg, ZB: 1103 K 1).

 

 

2 Literatuurverwijzingen

De wijze waarop in de tekst naar gebruikte literatuur verwezen wordt, verschilt per discipline.

 

2.1. APA-methode

Geef verwijzingen naar een genoemd of geciteerd werk in de tekst aan (en niet in noten). Noem van de aangehaalde literatuur in de tekst het hoofdwoord (meestal de naam van de auteur(s)), het jaar van uitgave en, indien u niet naar het gehele werk verwijst, de pagina's waarnaar u verwijst. Wanneer u naar twee of meer boeken of artikelen van een auteur verwijst die in hetzelfde jaar gepubliceerd zijn, zet dan achter het jaar van uitgave a, b, c enzovoort.

 

Voorbeelden:

-           Zie voor een beknopt overzicht van het ontstaan van genormaliseerde papierformaten Noordenbos 1970: 9-13.

-           Noordenbos somt in zijn boekje de voordelen van genormaliseerde papierformaten op (1970: 10).

-           In het boekje Genormaliseerde papierformaten staan de afmetingen van de genormaliseerde papierformaten afgedrukt (Noordenbos 1970: 10).

 

Gebruik noten uitsluitend om toelichting of commentaar te geven op de inhoud van de tekst. De tekst moet zelfstandig gelezen en begrepen kunnen worden. Noten zijn alleen nodig wanneer het om belangrijke extra informatie gaat en het verwerken van deze informatie in de tekst de lijn van het betoog zou onderbreken of de tekst minder duidelijk zou maken.

Noteer het nummer van een noot achter de zin waarop hij betrekking heeft, iets boven de regel. Noten worden doorlopend genummerd.

De noten zelf kunnen op twee manieren worden weergegeven: als voetnoten en als eindnoten. Tekstverwerkingsprogramma's bieden beide faciliteiten.

 

2.2 MLA-methode

In de MLA-methode worden noten gebruikt voor zowel literatuurverwijzingen als voor toelichting en commentaar. Zowel voet- als eindnoten worden doorlopend genummerd; in omvangrijke publicaties kan eventueel per hoofdstuk genummerd worden. De nootcijfers in de tekst worden superieur gezet; het nootcijfer komt voor het afsluitende leesteken.

 

Voorbeeld, ontleend aan G.P.M. Knuvelder. Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Dl. 2. 5e, geheel herz., dr. 's-Hertogenbosch: Malmberg, 1971, p. 296:

 

            Onder de geschiedenissen die hij [= Jacob Cats] vertelt, zijn er verschillende die uitmunten door levendige voorstellingen van het geval, een zekere geest en een soepele verteltrant1. Kalff heeft de bestgeslaagde uit de beide trouwverhalen al aangewezen2; algemene bekendheid verwierf het Spaens Heydinnetjen3.

              --------------

                       1. S.F. Witstein heeft in haar artikel naar aanleiding van het 'verhaal' Twee verkracht en beyde getrout, in Menanders pleidooi, Ni Tlg 60 (1967), 313-27, aangetoond dat dit verhaal 'niet een willekeurig antiek verhaaltje is, maar ... het onderwerp van een rhetorische oefening', alsook dat Cats de techniek van die oefening goed onder de knie had. - Haar betoog (evenals het verderop te noemen betoog van W.A.P. Smit in Twaalf Studies) beïnvloedt uiteraard onze waardering van de literair-technische kwaliteit van het werk, niet ons esthetisch waardeoordeel.

                       2. G. Kalff, G.N.L. IV, 361; Kalff vermeldt daar niet het uitvoerigste verhaal, namelijk Opkoomste van Rhodopis, waaraan S.F. Witstein aandacht besteedde in Ni Tlg 61 (1968; W.A.P. Smit­nummer), 32-42; de in dit verhaal geportretteerde dichter die dingt naar de hand van Rhodopis, beschikt - om het zo eens uit te drukken - over de nodige literair-technische vaardigheid (o.a. blijkend uit het feit dat hij de figuren uit de retorica weet te hanteren), maar is bovendien 'begiftigd met een zintuig voor de moraalfilosofie zoals dat bij een dichter in de Renaissance paste': hij is een waardig zeventiende-eeuws christen stoïcist. Zie ook G. Kalff, Cats, Haarlem, 1901 (ook in Studiën over Ned. dichters der 17de eeuw, Haarlem, 1901).

                       3. Uitg. Spaens Heydinnetje door A.J. Luyt, Zwolle, 1933, door H.J. Vieu-Kuik, in de reeks Klassieken uit de Ned. Letterkunde, Zwolle, 1963.

 

Het gebruik van 'idem' en 'ibidem' in noten dient afgeraden te worden. 'Idem' werd gebruikt als in een volgende noot naar de vorige literatuurverwijzing werd verwezen; 'ibidem' wanneer ook nog aan dezelfde pagina in dezelfde publicatie werd gerefereerd.

 

Voorbeeld:

              1. G.P.M. Knuvelder, Handboek, dl. 2 (1971), p. 296.

              2. Knuvelder, idem, p. 297.

              3. Ibidem.

 

 

3 Citaten

Korte citaten in de lopende tekst worden tussen enkele aanhalingstekens (' ') geplaatst. Citaten van drie regels of meer worden zonder gebruik van aanhalingstekens van de tekst gescheiden door een witregel voor en na het citaat. Het gehele citaat springt in, behalve bij tekst die in kolommen opgemaakt is.

Wanneer binnen een geciteerde tekst woorden tussen aanhalingstekens staan, worden daar dubbele aanhalingstekens (" ") gebruikt.

In citaten wordt de oorspronkelijke tekst letterlijk gevolgd naar spelling, hoofdlettergebruik en interpunctie.

Weglatingen binnen een citaat worden aangegeven door drie puntjes tussen teksthaken: [...].

Toevoegingen binnen een citaat komen tussen teksthaken: [    ], eventueel gevolgd door de initialen van de auteur of editeur wanneer er kort commentaar geleverd wordt bij de tekst: [      , PJV].

   

Literatuur

Becker, Jochen. Boekenwijsheid. Inleiding in de kunsthistorische bibliografie. Leiden: Primavera Pers. 1995.

Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, aangevuld met de Bibliografie van de Friese taal- en literatuurwetenschap. Redactie: Bureau voor de bibliografie van de neerlandistiek. 's-Gravenhage enz.: Stichting Bibliographia Neerlandica, 1975-.... Dl. 22-..  

Gibaldi, Joseph. MLA handbook for writers of research papers. 4th ed. New York: The Modern Language Association of America, 1995.

Gibaldi, Joseph. MLA style manual and guide to scholarly publishing. 2nd ed. New York: The Modern Language Association of America, 1998.

Handleiding voor de medewerkers aan de STCN. 2e herz. uitg. 's-Gravenhage: Koninklijke Bibliotheek.

Publication manual of the American Psychological Association. 4th ed. Washington: APA Press.

Musterd, C. en J. Talsma. De puntjes op de scriptie. Aanwijzingen voor de verzorging van scripties, werkstukken, nota’s … M.m.v. P. de Buck en M.E.H.N. Mout. Rijswijk: Nijgh & Van Ditmar, 1994.

Verkruijsse, P.J. Ad Fontes. Nederlands als bronnentaal. Cd-rom. Amsterdam: Leerstoelgroep Boekwetenschap en handschriftenkunde (laatste versie).

Willocx, Chris. Citeren en refereren. Schriftelijke, mondelinge, audiovisuele en elektronische bronnen. 4e, volledig herz. en aangevulde dr. Leuven enz.: Garant, 1998.