Archiefstuk 1616
GA Amsterdam, Not. Arch. 360A (minuutakten van notaris Willem Cluijt), fol. 178r-179r; Not. Arch. 346 (afschriften akten van notaris Willem Cluijt), fol. 73r-74r:
25
maart 1616
Notariële
akte met getuigenissen van leden van d'Eglentier, opgesteld op verzoek van
Henrick Boelisz als verweer tegen de belastende akte d.d. 14
apri1 1615, van Coster, Bredero en anderen. (Notariële archieven 346, folio 73
recto, verso en 74 recto. Gemeente-Archief van Amsterdam ).
Afbeeldingen van de minuutakte:
1616-1 (fol. 178r, bovenste helft)
1616-2 (fol. 178r, onderste helft)
1616-3 (fol. 178v, bovenste helft)
1616-4 (fol. 178v, onderste helft)
1616-5 (fol. 179r)
Transcriptie van het afschrift van de akte:
[73
recto]
Ic
wilhem Cluijt notaris Pub. bijden houe van hollandt geadmitteert
tAmsterdamme
residerende hebbe mij metten ondergesz getuijgen
ten
versoucke van d Eers. Henrick Boelisz Procureur voorden E. gerecht
der
voorsz Stede, gevonden nevens den persoonen naergenoempt
alle
Cameristen opde oude Camer Jn lieffden bloijende binnen deser
voorsz
Stede, Ende henl. respectiuelyck affgevraecht, off zijl.
ende
elcken
van hen besonder, oijt mede raedt off daet, mitsgaders hare
Stemmen
of t ordre gegeuen te hebben omme soodanige att. ende requeste
aende
E. Gerechte alhier adresserende daer van copie aen desen gehecht
Js
te doen maecken ofte passeren als geseijt wert uijtten name vande
gemeijne
Cameristen gemaect ende geconcipieert
te zijn, Ende off
zijluijden
den get. Inde voorsz at t. gementioneert oijt versocht ofte
gerequireert
hebben, om soodanige verclaringe als inde selue att. gestelt
js
voor notaris ende get. te laten doen,
[73
verso]
Tgene
voorsz Is, Eerstelyck bij D. lan fonteijn gehoort zynde seijde de
requeste
ende att. tegens zijn weten ende
wille gemaect te zijn ende dat hij vande
voorsz
Boelisz
nijet anders dan eere ende deucht en
wist,
Pieter
Lambertsz brack zeijde hem over zijn antwoort te willen
beraden,
Pr.
Corssen Corenbroeck zeijde dat hij hoorde ende
Sach
Dirck
Coruer seijt hem dese saecke niet aen te trecken ende
dat de
requeste
noch niet en was gepresenteert noch dat de selue (soo hij
meijnde)
niet gepresenteert zoude werden sulcx dat de voorsz
Boelisz
mitsdien te vroech op was,
Pr.
Louwerisz Spiegel zeijde als dirck Coruer geseijt heeft, doch
voechde
daer bij geen ordre tot het maecken vande
voorsz att. gegeuen te
hebben,
Lucas
Claesz Sergeandt seijde dat get. is dat moet get. blijuen Actum
present Rogier tangel ende hendrick
Schaeff get.
Willem
Adriaensz Raep zeijde hem mette requeste nijet bemoijt noch
geen
last gegeuen te hebben, om eenige att. tot naedeel vande voorsz
Boelisz,
te doen leggen, present Abraham Goes ende
hendrick schaeff
Cornelis
van Campen zeijde dat onnodich was hierop te Antwoorden, alsoo de
requeste
noch niet en was ouergeleuert
Cornelis francen zeijt dat hij hem deze saecke niet en
begeert aen te trecken
Harmen
muller seijde hier van niet te weten noch hem daermeede niet te
bemoijen,
Mr.
Adriaen dircxsz Chirurgijn zeijde van dese requeste ende att. veel gehoort
maer
daertoe geen advijs gegeuen te hebben,
Dirck fransen zeijde datmen den voorsz Boelisz
genoech bewijsen zoude
ende datter get. was soude get. blijuen,
Actum
tAmsterdamme op diuersche dagen in februarij 1616 ter presentie
van
hendrick
Schaeff ende lan verhoeuen get. etc
Albert
vande Burch zeijde van deze requeste
ende att. wel gehoort
maer
tottet maecken vande selue geen advijs
oft ordre gegeuen te hebben,
Actum
ter presentie van
Willem van Solt ende jan verhoeuen,
get.
Lambert
Pietersz zeijt dat hij niet om des voorz Boeliszs wil, maer om
de
generale disordre opde Camer zijnde,
vande selue camer begeert te
gaen,
Sonder hem mette voorsz Requeste ende
gevolge vandien te willen
bemoijen,
[74
recto]
Dirck
Gerritsz Seijt van geen requeste te weten noch oock tottet maecken
vande
att. geen ordre gegeuen te hebben,
Mr.
hendrick de Keijser
zeijde dat hij hem d'saecke niet aen ende
trock, noch oock vande
requeste
ende tgene daer aen
dependeert niet en wiste, Actum ter presentie van
Geurt
Reijersz ende Abraham
Goos get. etc.
Ende
alsoo de voorsz respectiue affvragingen ende
Antwoorden daer op
gevolcht
op diuersche dagen jn februarij gedaen zijn, Ende de voorsz Boelisz
aen
mij notaris versochte tselue ad notam genomen ende
hem daer van geleuert
te
werden acte jn behoorlycke forme,
Soo hebbe Ick desen op den xxven Martij
1616
get. ende aen hem
ouergeleuert, Oom hem te dienen daert ende
alsoo behooren
zal.
Literatuur
J.A. Worp. 'Varia uit de Amsterdamsche tooneelwereld in de 17de eeuw', in: Oud-Holland 22 (1904), p. 39-48, p. 41.
G. Stuiveling. Memoriaal van Bredero. Documentaire van een dichterleven. Samengesteld door Garmt Stuiveling. Culemborg 1970, p. 145-149.
F.C. van Bohemen en Th.C.J. van der Heijden (samenst.). Retoricaal memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft 1999, p. 81-82.