Judith Brouwer, Marieke de Jong en Mariël Klos
Cornelis Fransz
Een onderzoek naar een 17e-eeuwse boekdrukker uit Amsterdam
Inhoud
Over de boekdrukker Cornelis Fransz is niet veel bekend. We weten dat hij tussen 1612 en 1632 twaalf teksten heeft gedrukt.1 De meest in het oog springende is de rederijkersbundel Vlaerdings Redenrijck-bergh2 uit 1617 (1617-01). Ons onderzoek naar Cornelis Fransz was erop gericht om meer inzicht te krijgen in de genealogische, godsdienstige en economische situatie van de familie van Cornelis Fransz. Omdat er niets bekend is over de wijze waarop Cornelis Fransz in het boekdrukkersvak terecht is gekomen, hoopten we vooral aanwijzingen te vinden die erop zouden duiden dat hij familieleden had die boekdrukker waren.
Het onderzoek bestond uit biografisch onderzoek in het Gemeentearchief van Amsterdam en een (kleinschalig) literatuuronderzoek. In de paragrafen 2 en 3 worden de resultaten van ons onderzoek besproken. Paragraaf 4 bevat een zoekverslag waarin ook de problemen die zich voordeden bij het onderzoek worden vermeld. De transcripties van de relevante akten worden in de bijlagen gegeven, evenals de stamreeks, gezinsbladen en een fondsoverzicht van Cornelis Fransz.
Cornelis Fransz wordt op 1 maart 1587 gedoopt in de Oude Kerk te Amsterdam. Hij is een zoon van Frans Aerijaensz en Nel Dijrrickx.3 In de doopboeken traceerden we drie broers van Cornelis: Aerijaen4 (doop Oude Kerk 1581), Albert5 (doop Nieuwe Kerk 1591) en Dirck6 (doop Nieuwe Kerk 1596). Vader Frans Aerijaensz zijn we behalve in de doopaktes van zijn zoons niet meer tegengekomen in de archiefstukken. We hebben hem niet kunnen vinden in de doop-, ondertrouw- en begraafregisters. Zoals op de doopaktes van zijn kinderen te zien is, oefent hij telkens een ander beroep uit; achtereenvolgens is hij soldaat, korendrager, [niet vermeld] en koopman. Wellicht heeft hij meer beroepen gehad, maar in De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw van Kleerkooper en Van Stockum7 wordt Frans Aerijaensz in ieder geval niet genoemd als boekdrukker (zie verder paragraaf 3). Verder kunnen we uit de doopakte van zijn jongste zoon Dirck opmaken dat Frans Aerijaensz niet is overleden vóór 1596.
Ook over Nel Dijrrickx hebben we niets kunnen vinden in de doop- en begraafregisters. De naam Nel Dijrrickx (en varianten daarvan) komt weliswaar veelvuldig voor, maar helaas kunnen we van geen enkele met zekerheid vaststellen dat het de bedoelde Nel Dijrrickx is. We weten wel dat zij in 1627 nog leeft, omdat ze dan getuige is bij het huwelijk van haar zoon Dirck.8 Zoals eerder gezegd hebben we in het archief geen ondertrouwakte gevonden van Frans Aerijaensz en Nel Dijrrickx. Mogelijk zijn ze elders getrouwd.
In de doopakten van de kinderen van Frans Aerijaensz en Nel Dijrrickx worden ook namen van getuigen genoemd, met uitzondering van de doopakte van Aerijaen. Helaas zijn deze namen niet altijd goed te lezen, wat het geval is bij de doopakten van Cornelis en Albert. Bij de doopakte van Dirck echter, wordt als peet meneer Dirckx genoemd (voornaam is lastig te lezen, lijkt op Altgen), die wellicht een broer is van Nel Dijrrickx. De petin van de kleine Dirck is Lijsbet Arijans, mogelijk een zus van Frans Aerijaensz. Hierin liggen gegevens voor nader onderzoek.
Wat betreft Cornelis Fransz en zijn broers is het opvallend dat ze onderling behoorlijk in leeftijd verschillen. Het kan goed zijn dat Frans Aerijaensz en Nel Dijrrickx tussendoor nog meer kinderen hebben gekregen, maar dat ze nog voordat ze waren gedoopt, zijn gestorven. Verder onderzoek zou zich kunnen richten op de begraafregisters. Ongedoopte kinderen staan vermeld onder de naam van de vader met de vermelding ‘een kind’. Als ze nog niet gedoopt zijn, hebben ze immers nog geen naam. Bij de broers Fransz valt verder op dat de eerste twee kinderen zijn gedoopt in de Oude Kerk en de laatste twee in de Nieuwe Kerk. Zijn de ouders in de tussentijd misschien verhuisd naar ‘de andere kant’ van Amsterdam? Sinds de komst van de Nieuwe Kerk (begin vijftiende eeuw) werd Amsterdam ‘verdeeld’ in de Oudekerks- en Nieuwekerkszijde, wat al snel werd verkort tot Oude- en Nieuwezijde. Tot welke kerk/welk geloof behoorden de ouders? Zowel de Oude als de Nieuwe Kerk waren van oorsprong katholieke kerken, maar werden na de reformatie in 1578 gebruikt door de hervormden.9
Cornelis Fransz is in 1613 in ondertrouw gegaan met Antoinette van Surck.10 Nel Dijrrickx is getuige van Cornelis. Antoinette heeft haar moeder Leonora Schafter als getuige. Zowel Cornelis als Antoinette ondertekenen met hun volledige naam. In de ondertrouwakte wordt ook het beroep van Cornelis Fransz genoemd: boekdrukker. Verdere informatie uit de ondertrouw is het adres van Cornelis Fransz. Blijkbaar is hij regelmatig verhuisd. In 1612 woont hij nog aan de Pieter Jacobs steech (adres van de drukker op de titelpagina’s van zijn drukwerk uit 1612). Ten tijde van zijn ondertrouw woont hij op de Nieuwezijds Achterburgwal en vanaf 1614 (tot in ieder geval 1617) woont hij aen de Zuyder kerck (adres van de drukker op titelpagina’s uit 1614, 1615 en 1617). Het lijkt erop dat hij na zijn huwelijk bij zijn echtgenote is ingetrokken. In de archieven en secundaire literatuur worden, voor zover wij dat hebben kunnen nagaan, na 1617 geen adressen van Cornelis Fransz meer genoemd. Het huizenonderzoek van onze collega Johannes van der Sluis heeft vooralsnog niet meer informatie opgeleverd.
Wat de beroepen van de broers betreft, is van Dirck bekend dat hij ten tijde van zijn ondertrouw huijstimmergesel was.11 Verder weten we dat hij op dat moment in het Fraterstraatje woont en dat zijn vrouw, Neeltje Harmans, woonachtig is in het Clarissenklooster. De speurtocht naar de ondertrouwgegevens van Aerijaen en Albert leverde helaas niets op. Ook hier liggen nog mogelijkheden voor verder onderzoek. Kleerkoper en Van Stockum noemen geen van de broers van Cornelis Fransz.
In de doopboeken van de Oude Kerk worden vier kinderen van Cornelis Fransz en Antoinette van Surck genoemd: Francijntjen12 (1613), Willem13 (1617), Susanna14 (1620) en Neeltjen15 (1623). Alleen bij Willem en Neeltjen wordt het beroep van de vader vermeld: boekdrukker en bode.16 Dat is interessante informatie. In de fondslijst van Cornelis Fransz zit namelijk een merkwaardig gat. Er zijn geen titels bekend die tussen 1617 en 1632 zijn gedrukt. Dat roept de vraag op of het bedrijf van Cornelis Fransz een tijd heeft stilgelegen, wat niet erg voor de hand ligt. Een drukker moest immers een enorm kapitaal investeren in zijn drukkerij en niet-drukken betekende verlies. Het zou ook kunnen dat de boeken die in die periode zijn gedrukt, verloren zijn gegaan of dat Cornelis Fransz tijdelijk anoniem heeft gedrukt. Maar nu blijkt uit de informatie bij de doop van Neeltjen dat Cornelis Fransz in 1623 bode was. Daarmee is helaas niet verklaard waaróm Cornelis Fransz toen geen boeken drukte en in 1632 weer wel.
De doopaktes van de kinderen van Cornelis Fransz geven nog meer informatie die van belang kan zijn. Bij alle dopen zijn getuigen aanwezig, waarvan het grootste deel waarschijnlijk familie is. Bij de doop van Francijntjen is Geertjen Fransz aanwezig, mogelijk een zus van Cornelis. Bij de doop van Willem is Leonore van Surck aanwezig. Is dit een zus van Antoinette (van wie de moeder ook Leonora heet)? Bij Susanna’s doop waren drie getuigen: Susanna van Surch (nog een zus van Antoinette?), Neeltje Dierxdr. (de moeder van Cornelis Fransz) en Sr. Fransoys van Hove. Uit de naam van deze laatste getuige blijkt dat hij niet tot de directe familie behoort. Hij heeft blijkbaar zo’n nauwe band met de familie Fransz dat hij getuige is bij de doop van hun kind. Het zou interessant zijn om uit te zoeken wie deze man was en welke rol hij speelde in de familie. Bij de doop van Neeltjen ten slotte, worden als getuigen nog twee nieuwe namen geïntroduceerd: Susanna Sijbouts en Marijtjen Fransz. Ook van Susanna Sijbouts zou nog uitgezocht moeten worden wat haar relatie met de familie Fransz is. Marijtjen Fransz is ook interessant. Gezien haar naam zou je verwachten dat het een zus is van Cornelis Fransz. In het onderzoek van Eva Post naar Iacobus Roelandus de ionghe komt ook een Marietje Fransz voor. Zij kan in principe niet dezelfde persoon zijn als de getuige bij de doop van Neeltjen in 1623, omdat ze al 1619 stierf. Tenzij er ergens een vergissing is gemaakt. De Marietje Fransz uit Eva’s onderzoek trouwde in 1590 in Duitsland met een uit Delft afkomstige predikant. Het lijkt de moeite waard om deze (twee?) Marietjes verder te onderzoeken.
Naar de kinderen van Cornelis Fransz en Antoinette van Surck moet ook nog verder onderzoek gedaan worden. We hebben ze geen van allen kunnen vinden in de ondertrouwregisters. Ook de begraafdata moeten nog onderzocht worden.
Literatuuronderzoek leverde weinig, maar wel nuttige informatie over Cornelis Fransz. Hij wordt niet genoemd in het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek.17 Kleerkooper en Van Stockum18 noemen Cornelis Fransz wel. Zij geven een transcriptie van de ondertrouwakte van Cornelis Fransz met Antoinette van Surck en van de doopaktes van Willem en Susanna.19
Hoe Cornelis Fransz in de boekdrukkerij terecht is gekomen, is niet duidelijk. Kleerkooper en Van Stockum noemen alleen de boekdrukker Cornelis Fransz. Zijn vader, Frans Aerijaensz, of broers van zijn vader worden niet vermeld. Ook de namen van Cornelis’ broers komen niet voor bij Kleerkoper en Van Stockum. Of zijn kinderen zijn bedrijf eventueel hebben voortgezet is ook niet bekend. In Kleerkooper en Van Stockum komen hun namen niet voor.
Een andere hypothese is dat Cornelis Fransz via zijn echtgenote in het boekdrukvak terecht is gekomen. Volgens de ondertrouwakte van Cornelis Fransz en Antoinette van Surck was zij 13 jaar eerder vanuit Antwerpen naar Amsterdam getrokken. Gedacht moet worden aan de mogelijkheid dat haar vader boekdrukker was en na de val van Antwerpen (1585) naar Amsterdam vluchtte. Bekend is dat veel boekdrukkers dit hebben gedaan, rond 1600 bestaat 55% van de boekdrukkers in Amsterdam uit nieuwkomers.20 Voor deze veronderstelling zijn echter geen aanwijzingen gevonden. In Amsterdam hebben volgens Kleerkoper en Van Stockum geen boekdrukkers met de naam Van Surck (of variatie) gewerkt. Het zou de moeite waard zijn om in het archief van Antwerpen verder onderzoek te doen.
Komen er misschien boekdrukkers voor in de familie van de moeder van Cornelis Fransz, Nel Dijrickx? Kleerkooper en Van Stockum vermelden een Jan Dierixsz.21 In 1612 gaat deze man in ondertrouw met Trijntjen Huijbertsdr. vander Schell[ing]. Hij is dan 21 jaar oud, is boekdrukker en woont aan de Lijnbaansgracht. Zijn vader heet Dierik Jans, zijn moeder Stijntjen Magnus. Deze Jan Dierixsz, geboren in 1591 (als de opgegeven leeftijd bij de ondertrouw correct is), zou gezien zijn leeftijd een (veel) jongere broer van Nel Dijrickx zijn, hoewel dit vanwege het wel erg grote leeftijdsverschil misschien onwaarschijnlijk is. In de doopregisters hebben we geen kinderen van Dierik Jans en Stijntjen Magnus gevonden. Wellicht kan verder onderzoek meer informatie opleveren.
In het Retoricaal memoriaal22 wordt een uitvoerig overzicht gegeven van archiefbronnen waarin rederijkers worden vermeld. De informatie is per stad of dorp geordend. In de inleiding bij het hoofdstuk over Amsterdam stellen de auteurs van Retoricaal memoriaal dat voor de Amsterdamse situatie het primaire archiefmateriaal weinig informatie oplevert over de rederijkerskamers. Een belangrijke Amsterdamse bron is het Huydecoperarchief, waarin informatie is te vinden over de ontvangsten door het weeshuis, de inkomsten van de Academie, lijsten van bestuurders en in- en uitgaven betreffende repertoire, voorstellingen, spelers en muzikanten.
Ook al leverde het archiefonderzoek volgens de auteurs weinig materiaal op, er worden toch meer dan honderd pagina’s aan Amsterdam gewijd. Hierin komt eenmaal de naam Cornelis Francen voor. Het betreft een notariële akte uit 1616 waarin ene Cornelis Francen (met vele anderen) als getuige optreedt in een kwestie die speelt in de kamer In Liefde Bloeyende.23 Een van de andere getuigen is Dirck Fransen. Dit zou de broer van Cornelis Fransz kunnen zijn. Het is heel goed mogelijk dat deze Cornelis Francen dezelfde persoon is als de drukker van Vlaerdings Redenrijck-bergh, dat in 1617 is gedrukt. Dat zou betekenen dat Cornelis Fransz via zijn connecties in rederijkerskringen aan de opdracht voor het drukken van zijn – voor zover bekend – grootste werk kan zijn gekomen. Het is ons nog niet bekend of het archiefonderzoek van onze collega’s ook connecties met rederijkerskringen heeft aangetoond. Het is mogelijk dat Cornelis Fransz meer drukopdrachten verkreeg via zijn connecties met rederijkers.
In Retoricaal memoriaal wordt ook aan Vlaardingen, dat twee rederijkerskamers had, een hoofdstuk gewijd. Het organiseren van de rederijkerswedstrijd in 1616 zou volgens de auteurs wel eens het hoogtepunt in het bestaan van de kamer kunnen zijn geweest. In het door Cornelis Fransz gedrukte Vlaerdings Redenrijck-bergh, werden de bijdragen aan deze wedstrijd gebundeld. In het gemeentearchief van Vlaardingen wordt de rekening daarvan bewaard:
Betaelt Cornelis Fransz., bouckdrucker tot Amsterdam, (…) ende vergoedinge van eenige boucken nopende de intreede van de camere van rethorica, alhyer gehouden de stede vereert. De somme van 20 pond.24
Ten slotte worden er in Retoricaal memoriaal nog enkele namen genoemd die interessant kunnen zijn. In een notariële akte uit 161525 komt een getuige voor met de naam Gerbrant Adriaensz (tevens gespeld als Gerbrant Ariaensz, Gerbrand Ariaensz, Garbrant Adriaanssoon). Ook hij is lid van de kamer In Liefde Bloeyende. Met deze Gerbrant Adriaensz is ongetwijfeld Bredero bedoeld.25a Zou er echter niet ook een link kunnen zijn met een broer van de vader van Cornelis Fransz (Frans Arijaensz)? Interessant is dat in de doopakte van Cornelis Fransz sprake is van een getuige met een slecht leesbare naam die lijkt op ‘Garbrant’.26
De naam Jan Fransz (Franssoon) komt meerdere keren voor in de Amsterdamse archieven (in 1617 als schrijver van twee eerdichten in de eerste editie van Bredero’s Moortje; in 1618 met een gedicht in een liedbundel en in 1634 met een ‘editie van Franssoon’ ).27 Het is niet duidelijk of het telkens dezelfde persoon betreft. Het zou een broer van Cornelis kunnen zijn (bijvoorbeeld zijn oudste broer Arijaen). Zonder nadere informatie is het echter niet mogelijk dergelijke conclusies te trekken. Daar komt bij dat Jan Fransz een veelvoorkomende naam is.
Aan het begin van ons onderzoek hadden we maar weinig gegevens over de boekdrukker Cornelis Fransz tot onze beschikking. Het enige dat we wisten was dat de twaalf overgeleverde boeken die door hem zijn gedrukt, stammen uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, om precies te zijn tussen de jaren 1612 en 1632. Met als kanttekening hierbij dat er een ‘gat’ viel te bespeuren tussen 1617 en 1632; er zijn ons geen door hem gepubliceerde werken bekend uit deze periode. Verder worden in zijn boeken twee adressen genoemd: Pieter Jacobs steech en Aen de Zuyder kerck. Genealogische gegevens omtrent deze boekdrukker ontbraken echter nog volkomen. De beste manier om een onderzoek naar deze gegevens te starten is door op zoek te gaan naar de desbetreffende ondertrouwakte. Deze leveren doorgaans veel informatie op: beroep en leeftijd worden vermeld, meestal ook een adres en met een beetje geluk worden ook de namen van (een van de) ouders genoemd.
Het zoeken naar de ondertrouwakte van Cornelis Fransz leek vooraf een hele klus. In de doopboeken zochten we naar alle mogelijke varianten van deze naam (zoals Cornelijs, Kornelis, Fransen, Francen, Franssen) en deze naam(svarianten) bleek veelvuldig voor te komen. Bij het bekijken van de akten die correspondeerden met het nummer in de doopboeken bleken we echter meteen beet te hebben: een Cornelis Franssen die van beroep boekdrukker was. Voor de volledigheid hebben we alle andere ondertrouwakten ook nog gecontroleerd, maar onder hen bevonden zich verder geen boekdrukkers. Overigens zijn in de bijlagen van dit verslag alleen alle relevante akten opgenomen, niet de transcripties die we hebben gemaakt van aktes van naamgenoten.
Uit het feit dat Cornelis in 1613 in het huwelijk trad en op dat moment 26 jaar oud was, konden we opmaken dat hij was geboren in 1587. Getuige bij zijn huwelijk was zijn moeder, Neeltgen Dierxdr., en met deze gegevens hadden we al spoedig zijn doopakte te pakken. Deze akten zijn gealfabetiseerd op de namen van de ouders van het gedoopte kind. Nu wisten we tevens de naam van de vader: Frans Aerijaensz. De combinatie Frans Aerijaensz en Neeltgen Dierxdr. (en varianten) kwam nog drie keer voor in de doopboeken. Hierdoor traceerden we de namen van de broers van Cornelis: Aerijaen, Albert en Dirck.
Helaas hebben we de ondertrouwakte van de ouders van Cornelis niet kunnen vinden, mogelijk zijn ze in een andere stad dan Amsterdam getrouwd. Hierdoor konden we ook niet op zoek gaan naar hun doopakten.
Wat we wel vonden, was de ondertrouwakte van Dirck Fransz, een broer van Cornelis. Hij trouwde Neeltje Harmans in 1626, en ook bij zijn huwelijk was hun moeder, in deze akte Neeltje Dircx genoemd, getuige. Hierdoor weten we dat zij op dat moment nog leefde, wat, naar we hoopten, het zoeken in de begraafregisters gemakkelijker zou maken.
Het zoeken naar de begraafakte bleek echter nogal problematisch te zijn. Niet alleen die van haar, maar ook die van haar man en van Cornelis zelf hebben we niet kunnen vinden. Deze namen komen vaak voor in de zeventiende eeuw, en het tijdsbestek waarbinnen ze kunnen zijn overleden, is erg groot. Daar komt nog bij dat de informatie in deze akten erg summier is; zo hebben we steeds niet met zekerheid kunnen vaststellen of we met de betreffende persoon van doen hadden. Het beroep werd meestal niet vermeld, en ook namen van andere personen (voor een eventueel referentiekader) ontbraken. Bovendien, en dit gold voor alle akten, liet de leesbaarheid regelmatig te wensen over, wat de voortgang van het onderzoek behoorlijk belemmerde. Hierbij denken we niet alleen aan het voor ons lastig te ontcijferen handschrift uit die tijd, maar ook aan vlekken, krassen of beschadiging.
De doopakte van Antoinette van Surck, de echtgenote van Cornelis, ligt naar alle waarschijnlijkheid in Antwerpen, aangezien ze daar vandaan kwam. Het ontbrak ons echter aan tijd om daarnaar op zoek te gaan. Voor eventueel verder onderzoek lijkt ons dit echter noodzakelijk, ook omdat daar misschien op meer vragen antwoorden te vinden zijn. Bijvoorbeeld waarom Antoinette indertijd met haar ouders uit Antwerpen is vertrokken. En of haar vader of andere familieleden het drukkersvak hebben beoefend, wat zou kunnen verklaren waarom Cornelis boekdrukker is geworden.
Het onderzoek naar de kinderen van Cornelis Fransz en Antoinette van Surck verliep weer soepeler. In Kleerkoper en Van Stockem werden twee kinderen genoemd, Willem en Susanna, en naast deze twee namen vonden we in de doopboeken nog twee namen: Francijntjen en Neeltjen. De pogingen om hun ondertrouwakten te achterhalen bleken helaas weer vruchteloos.
De gegevens die we uiteindelijk hebben kunnen verwerken in dit verslag komen vrijwel uitsluitend uit de doop- en ondertrouwregisters. Daarnaast vonden we bruikbare informatie in secundaire literatuur, vooral in Retoricaal memoriaal. De gevonden informatie roept echter ook weer nieuwe vragen op, zoals bij onbekende namen in de verschillende akten.
5. Conclusie
In dit onderzoek hebben we geprobeerd inzicht te verkrijgen in het leven en werk van een zeventiende-eeuwse boekdrukker uit Amsterdam, Cornelis Fransz. Met name hebben we ons geconcentreerd op het boven tafel halen van genealogische gegevens omtrent hem en zijn familie. Het moge duidelijk zijn dat een onderzoek als dit nooit ‘af’ is. Vragen die we ons hebben gesteld zijn (vooralsnog) of onbeantwoord gebleven of de gegevens die we wel hebben achterhaald roepen op hun beurt weer nieuwe vragen op.
De meeste informatie die we hebben gevonden, stamt uit de doop- en ondertrouwakten. We hebben de doopakten gevonden van Cornelis zelf, van zijn broers en van zijn kinderen. De ondertrouwakte vonden we van Cornelis en van zijn broer Dirck. Het vinden van begraafaktes bleek complex te zijn, helaas, vanwege de weinige informatie die deze aktes bevatten.
In de akten zijn we namen tegengekomen die verder onderzoek behoeven. Hetzij omdat we verwachten dat het familieleden zijn, hetzij omdat het onbekend is (en nuttig is om te weten) welke rol zij speelden binnen de familie. Daarnaast is het noodzakelijk om nader onderzoek te doen naar de ontbrekende doop-, ondertrouw- en begraafakten.
Het is onduidelijk gebleven hoe Cornelis Fransz in het drukkersvak terecht is gekomen en hoe hij het kapitaal verwierf dat nodig is voor het opzetten van een drukkerij. Heeft hij het zelf opgestart, heeft hij het overgenomen van iemand anders of zijn er boekdrukkers in de familie? We hoopten een verband te vinden met andere drukkers met de naam Fransz in Amsterdam, echter zonder resultaat. Er was wel een drukker met dezelfde naam als zijn moeder: Jan Dierixsz. Of hij en Cornelis Fransz familie waren hebben we niet kunnen natrekken, bovendien komt de naam Dierixsz veelvuldig voor. Wel vonden we aanwijzingen over een verband met rederijkers, in wiens opdracht hij mogelijk werken drukte. Ook het ‘gat’ tussen 1617 en 1632, de periode waarin geen boeken door hem zijn gedrukt (althans niet bekend) is niet opgehelderd. Drukte hij zijn boeken een tijdlang anoniem? Is hij gestopt om na vijftien jaar de draad weer op te pakken? We weten naar aanleiding van de doopakte van zijn dochter Neeltjen dat hij in deze periode (onder andere) bode is geweest.
Ook zijn er vragen gerezen omtrent zijn vrouw, Antoinette van Surck. Zij was afkomstig uit Antwerpen, maar is dertien jaar voor ze in ondertrouw ging met Cornelis naar Amsterdam gekomen. Wat was hiervoor de reden? En uit wat voor een gezin kwam ze? Het antwoord op deze en meer vragen is misschien te verkrijgen in het archief van Antwerpen. Een andere onduidelijkheid die om opheldering vraagt is de afkomst van Cornelis’ ouders. In het Gemeentearchief van Amsterdam bevinden zich geen doopaktes of een ondertrouwakte van hen. Waren ze wel uit Amsterdam afkomstig? Zo niet: waar kwamen ze dan vandaan en wat was de reden dat ze zich in Amsterdam hebben gevestigd? Het is niet absoluut onmogelijk dat de ouders van Cornelis ook uit Antwerpen afkomstig waren; het is misschien de moeite waard om dat verder uit te zoeken.
Zoals gezegd ligt er nog veel materiaal voor onderzoek. We hebben getracht de gevonden gegevens overzichtelijk te presenteren, hypothetische verbanden te leggen en suggesties te doen voor nader onderzoek. Binnen de beschikbare tijd, die met name in beslag werd genomen door het ontcijferen van de talloze akten die we hebben bekeken, was het niet mogelijk voor ons om meer informatie omtrent deze boekdrukker te verkrijgen.
[1]
Zie bijlage 7: Fondslijst Cornelis Fransz.
[2]
Vlaerdinghs redenrijck-bergh, met middelen beplant, die noodigh sijn
’t Gemeen, en voorderlijck het Landt. Amsterdam,
pr. Kornelis Fransz., 1617.
[3]
Amsterdam, GA: DTB 1(doopboek Oude Kerk), fol. 319.
[4]
Amsterdam, GA: DTB 1(doopboek Oude Kerk), fol. 178.
[5]
Amsterdam, GA: DTB 38 (doopboek Nieuwe Kerk), fol. 193.
[6]
Amsterdam, GA: DTB 38 (doopboek Nieuwe Kerk), fol. 473.
[7]
Kleerkooper en Van Stockum. De boekhandel
te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw:
biographische en geschiedkundige
aanteekeningen verzameld door M. M. Kleerkooper; aangevuld
en uitg. door W. P. van Stockum
jr. Twee delen. 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1914-1916.
[8]
Amsterdam, GA: DTB 432 (ondertrouwregister), fol. 217.
[9]
http://www.bmz.amsterdam.nl/adam/nl/groot/oukerk.html
en http://www.bmz.amsterdam.nl/adam/nl/groot/nwkerk.html
[10]
Amsterdam, GA: DTB 417 (ondertrouwregister Zuiderkerk), fol. 137.
[11]
Zie bijlage 8: Transcriptie ondertrouwakte Dirck Fransen en Neeltje Harmans.
[12]
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 85.
[13]
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 229.
[14]
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 335.
[15]
Amsterdam, GA: DTB 6 (doopboek Oude Kerk), fol. 42.
[16]
Zie bijlage 5: Transcripties doop kinderen van Cornelis Fransz.
[17]
Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel VIII. Red. P.C.
Molhuysen, P.J. Blok, K.H.
Kossmann. Leiden:
Sijthoff’s uitgevers-maatschappij, 1930. Hierin wordt overigens wel een
Cornelis
Fransz genoemd, maar
het is niet Cornelis Fransz de boekdrukker. Het betreft hier een man die in
Leiden
wordt geboren en in
1570 in Amsterdam wordt terechtgesteld. Er is geen verband met het boekdrukvak.
[18]
Kleerkooper en Van Stockum. De boekhandel
te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw : biographische en
geschiedkundige aanteekeningen verzameld door M. M. Kleerkooper ;
aangevuld en uitg. door W. P. van Stockum
jr. Twee delen. 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff . 1914-1916.
[19]
Kleerkooper en Van Stockum, p. 228.
[20]
Dijstelberge, Paul. ‘De Cost en de Baet. Uitgeven en drukken in Amsterdam rond
1600’. In: Holland, jrg. 26
(1994), p. 229.
[21]
Kleerkooper en Van Stockum, p. 182. Zie bijlage 6: transcriptie ondertrouw Jan
Dierixsz en Trijntjen
Huijbertsdr. vander
Schell[ing].
[22]
Retoricaal memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse
rederijkerskamers van middeleeuwen tot
het begin van de achttiende eeuw. Samenstelling F.C. van Bohemen, Th.C.J.
van der Heijden. Delft: Eburon, 1999.
[23]
Retoricaal memoriaal, p. 81-82 (GA Amsterdam, Notariële archieven
360, fol. 178-179).
[24] Retoricaal memoriaal, p. 802 (GA Vlaardingen, OA, inv.nr. 107, niet gefolieerd).
[25] Retoricaal memoriaal, p. 72 (GA Amsterdam, Notariële archieven 457, fol. 158).
[25a] Zie Garmt Stuiveling. Memoriaal van Bredero; documentaire van een dichterleven. Culemborg 1975, p. 145-148 (zie archiefstuk 1616).
[26]
Zie bijlage 4: Transcripties doopaktes Cornelis Fransz en zijn broers.
[27] Retoricaal memoriaal, p. 93, 98 en 149.
Boeken:
Bohemen, F.C. van en Th.C.J. van der Heijden (samenst.)
1999 Retoricaal memoriaal. Bronnen voor de geschiedenis van de Hollandse rederijkerskamers van middeleeuwen tot het begin van de achttiende eeuw. Delft: Eburon.
Dijstelberge, Paul
1994 ‘De Cost en de Baet. Uitgeven en drukken in Amsterdam rond 1600’. In: Gedrukt in Holland, spec. nr. van Holland, jrg. 26, p. 217-234.
Kleerkooper, M.M. en W.P van Stockum jr.
1914-16 De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw : biographische en
geschiedkundige aanteekeningen verzameld door M. M. Kleerkooper aangevuld en uitg. door W. P. van Stockum jr. Twee delen. 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff.
Molhuysen P.C, P.J. Blok en K.H. Kossmann (red.)
1930 Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel VIII. Leiden: Sijthoff’s uitgevers-maatschappij.
Smits-Veldt, Mieke B.
'Hollandse rederijkers in hun strijd om een plaats op de Parnassus', in: Henk Duits & Ton van Strien (red.). "De rhetorijcke in vele manieren"; lezingen bij het afscheid van Marijke Spies als hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. (Speciaal nummer van Spiegel der Letteren). Leuven 2001, p. 234-247, speciaal p. 243.
Vlaerdinghs redenrijck-bergh, met middelen beplant, die noodigh sijn ’t Gemeen, en voorderlijck het Landt. Amsterdam, pr. Kornelis Fransz., 1617.
Websites:
http://www.bmz.amsterdam.nl/adam/nl/groot/oukerk.html
http://www.bmz.amsterdam.nl/adam/nl/groot/nwkerk.html
Bijlage 1: Stamreeks Cornelis Fransz (bijgewerkt op basis van de aanvullingen archiefonderzoek)
I.1 Frans Aerijaensz (? - ?)
X (?)
Nel Dijrickx (? - † na 1627)
II.1 Aerijaen Fransz (Amsterdam 1581 - ?)
II.2 Cornelis Fransz (Amsterdam 1587 - Amsterdam voor 27 januari 1626)
X (Amsterdam 1613)
Antoinette van Surck (Antwerpen ?1591 -
voor 26 januari 1636)
III.1 Francijntjen (Amsterdam 1613 - na 1636)
III.2 Willem (Amsterdam 1617 - ?)
III.3 Susanna (Amsterdam 1620 - na 26 januari 1636)
III.4 Neeltjen (Amsterdam 1623 - voor 26 januari 1636)
II.3 Albert Fransz (Amsterdam 1591 -?)
II.4 Dirck Fransz (Amsterdam 1596 - na 1636)
X (Amsterdam 1627)
Neeltje Harmans (? - ?)
GEZINSBLAD |
Generatie: I |
Nr.: 1 |
|
MAN: Frans Aerijaensz |
|||
* ? |
~ ? |
||
Vader: ? |
Moeder: ? |
||
H: ? |
G: ? |
||
VROUW: Nel Dijrickx |
|||
* ? |
~ ? |
||
Vader: ? |
Moeder: ? |
||
H: ? |
G: ? |
||
O: ? |
X: ? |
||
K I N D E R E N |
|||
Naam: |
Doopdatum: |
Verwijzing: |
|
II.1 Aerijaen |
3 september 1581 K: Oude Kerk |
DTB 1, fol. 178 |
|
II.2 Cornelis |
1 maart 1587 K: Oude Kerk |
DTB 1, fol. 319 |
|
II.3 Albert |
19 mei 1591 K: Nieuwe Kerk |
DTB 38, fol. 193 |
|
II.4 Dirck |
9 januari 1596 K: Nieuwe Kerk |
DTB 38, fol. 473 |
|
GEBOREN (*), GEDOOPT (~). BEROEP (B), BEGRAVEN (G), OVERLEDEN (H), KERK (K), ONDERTROUW (O), GETROUWD (X). B man: soldaat, korendrager, koopman. |
GEZINSBLAD |
Generatie: II |
Nr.: 2 |
|
MAN: Cornelijs Frans |
|||
* Amsterdam |
~ 1 maart 1587 K: Oude Kerk |
||
Vader: (I.1) Frans Aerijaensz |
Moeder: Nel Dijrickx |
||
H: eind 1625, begin 1626 |
G: ? K: Nieuwe Kerk |
||
VROUW: Antoinette van Surck |
|||
* Antwerpen |
~ ? |
||
Vader: |
Moeder: Leonora Schafter |
||
H: voor 26.1.1636 |
G: ? |
||
O: 25 mei 1613 K: Zuiderkerk |
X: ? |
||
K I N D E R E N |
|||
Naam: |
Doopdatum: |
Verwijzing: |
|
III.1 Francijntjen |
10 november 1613 K: Oude Kerk |
DTB 5, fol. 85 |
|
III.2 Willem |
19 oktober 1617 K: Oude Kerk |
DTB 5, fol. 229 |
|
III.3 Susanna |
29 november 1620 K: Oude Kerk |
DTB 5, fol. 335 |
|
III.4 Neeltjen |
9 maart 1623 K: Oude Kerk |
DTB 6, fol. 42 |
|
GEBOREN (*), GEDOOPT (~). ADRESSEN (A), BEROEP (B), BEGRAVEN (G), OVERLEDEN (H), KERK (K), ONDERTROUW (O), GETROUWD (X). A man: Nieuwezijds Achterburgwal [nieuzijds afterburghwal]. A vrouw: naast/ vlakbij de Zuiderkerk [aen de Zuyderkerk], Rusland (1636). B boekdrukker (1617), bode (1622, 1623). |
GEZINSBLAD |
Generatie: III |
Nr.: 2 |
|
MAN: Willem Cornelisz |
|||
* Amsterdam |
~ 19 oktober 1617 K: Oude Kerk |
||
Vader: Cornelis Fransz |
Moeder: Antoinette van Surck |
||
H: ? |
G: ? |
||
VROUW: ? |
|||
* |
~ ? |
||
Vader: |
Moeder: |
||
H: ? |
G: ? |
||
O: ? |
X: ? |
||
K I N D E R E N: ? |
|||
GEBOREN (*), GEDOOPT (~). BEROEP (B), BEGRAVEN (G), OVERLEDEN (H), KERK (K), ONDERTROUW (O), GETROUWD (X). B vader: boekdrukker. |
Bijlage 3: Transcriptie ondertrouwakte Cornelis Fransz en Antoinette van Surck
Amsterdam, GA: DTB 417 (ondertrouwregister Zuiderkerk), fol. 137
25 mei 1613
kornelis franssen
Compareerden als voren Kornelis Franssen Boekdrukker oud 26 jaren woonende opde Nieuzijds Afterburghwal, wiens moeder opgeleght is den koster haren consent te verleenen ter eenre ende Antoinette van Surk van Antwerpen oud 22 jaren, (13 ans) wonende byde Zuijderkerk geassisteert mit Leonora Schafters hare moeder.
[Linkermarge:] Neeltjen Dierixdr. den moeder zelfs compareerde consenteerde.
Cornelis Fransz antonete van surck
Bijlage 4: Transcripties doopaktes Cornelis Fransz en zijn broers
Amsterdam, GA: DTB 1(doopboek Oude Kerk), fol. 178
Vader: Frans Aerijaensen
Beroep: Soldaat
Moeder: Neltgen Dijrrickx
Kind: Aerijaen
Doop in de Oude Kerk: 3 september 1581
Transcriptie:
frans aerijaensen soudaet dije moeder neltgen dijrrickx het kijnt
aerijaen
Amsterdam, GA: DTB 1(doopboek Oude Kerk), fol. 319
Vader: Frans Aerijaensz
Beroep: Korendrager
Moeder: Nel Dijrrickx
Kind: Cornelijs
Doop in de Oude Kerk: 1 maart 1587
Transcriptie:
frans aerijaensz coerendraeger dije moeder nel dijrrikx
Dije getuijch anne garbrants het kijnt
Cornelijs
Amsterdam, GA: DTB 38 (doopboek Nieuwe Kerk), fol. 193
Vader: Frans Arijans
Beroep: niet vermeld
Moeder: Neel Dirckx
Kind: Albert
Doop in de Nieuwe Kerk: 19 mei 1591
Transcriptie:
Frans aryans ende neel dirckx syn huysfrow ende
jannetgen falckerts als peet het kint heet albert
Amsterdam, GA: DTB 38 (doopboek Nieuwe Kerk), fol. 473
Vader: Frans Arijansen
Beroep: Koopman
Moeder: Neeltgen Dirckx
Kind: Dirck
Doop in de Nieuwe Kerk: 9 januari 1596
Transcriptie:
frans aryansen ende copman neeltgen dirckx syn
huysfrow ende altgen dirckx als peet ende lysbet aryans als
peten heet [sic] kint heet dirck
(Opmerking: ‘copman’ staat achter ‘ende’, foutje van degene die dit noteerde. Bij andere namen stond het beroep voor ‘ende’.)
Bijlage 5: Transcripties doopaktes kinderen van Cornelis Fransz
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 85
Vader: Kornelis Franssz
Beroep: niet vermeld
Moeder: Antonette van Surck
Kind: Francijntjen
Doop in de Oude Kerk: 10 november 1613
Transcriptie:
Kornelis Franssz Antonette van Surck dierck franssz
giertjen fransz francijntjen
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 229
Vader: Cornelis Fransz
Beroep: Boekdrukker
Moeder: Antenette van Surck
Kind: Willem
Doop in de Oude Kerk: 19 oktober 1617
Transcriptie:
Cornelis fransz boeckdrucker Antonette van Surck Leonore van Surck Willem
Amsterdam, GA: DTB 5 (doopboek Oude Kerk), fol. 335
Vader: Cornelis Fransz
Beroep: niet vermeld
Moeder: Antonette van Surich
Kind: Susanna
Doop in de Oude Kerk: 29 november 1620
Transcriptie:
Cornelis fransz Antonette van Surich [sic] Sr francoijs van hove ende
Joffrou Susanna van Surch ende neeltjen dierxdr. waren getuige Susanna
Amsterdam, GA: DTB 6 (doopboek Oude Kerk), fol. 42
Vader: Cornelis Fransz
Beroep: Bode
Moeder: Antenette Surck
Kind: Neeltjen
Doop in de Oude Kerk: 9 maart 1623
Transcriptie:
Cornelis fransz bode Antenette Surck dierck fransz Susanna tij=
bouts ende Marijtjen fransz waren getuige van neeltjen
Bijlage 6: Transcriptie ondertrouwakte Jan Dierixsz en Trijntjen Huijbertsdr. vander Schell[ing].
[Overgenomen uit Kleerkooper en Van Stockum. DTB-nummers worden niet genoemd]
Dierixsz, Jan – 28 April 1612 ondertrouwden: Jan Dierixsz, boekdrukker, oud 21 jaren, woonende opde Lijnbaensgraft, geassisteert mit Dierik Jans en Stijntjen Magnus zijn vader en moeder ter eenre, ende Trijntjen Huijbertsdr. vander Schell[ing], oud 25 jaren, (5 ans) woonende op St. Joris Hoff, geen ouders hebbende, geassisteerd mit Klaas Hubertsz hare broeder ter andere zijden. (Hij teekent: Jan Dirsz (sic)). (Kerk. huw. procl.)
Bijlage 7: Fondslijst Cornelis Fransz, Amsterdam 1612-1632
Zie de afzonderlijke beschrijvingen.
Bijlage 8: Transcriptie ondertrouwakte Dirck Fransen en Neeltje Harmans
Amsterdam, GA: DTB 217 (ondertrouwregister Oude Kerk), fol. 432
4 juni 1627
Compareerden als vooren Dirck Francen van Amsterdam, out 31 Jaren, huijstimmergesel, geassisteert met Neeltje Dircx sijn moeder, wonende in Fraterstraatje ende Neeltje Harmans van Amsterdam, out 28 Jaren, geassisteert met *Dieuwer Ybes* haar moeder, wonende in de Clarissenclooster
Dirck Fransen X